Richard Clare"Rick"Danko (Geb.Greens Corner,Ontario,29 Dec1942 -Overleden inNew York op 10 dec.1999) Natuurlijk het meest bekend als bassist/zanger van "The Band".
Java Blues
Paul Butterfield - Harmonica, Vocals ,Rick Danko - Bass, Vocals ,Blondie Chaplin - Guitar, Vocals ,Rick Belke - Guitar ,Tom Stevenson - Piano ,Ron McRory - Drums. Live at?? 10-12-1979
I think Rick was one of the greatest and most soulful singers I've ever heard. Definitely, the most original bass player I've ever heard and one of the kindest hearts to have ever graced this planet." (Robbie Robertson)
Stage Fright
Rick's singing had a tremendous influence on me - I think you have to be a great musician before you can sing like that." (Eric Clapton)
The Unfathfull Servant
Rick Danko werd geboren in landelijk gebied nabij de stad Simcoe uit een Canadese familie van Oekrainse afkomst. Hij groeide op met country & western/r&b muziek en was een bewonderaar van Hank Williams en Sam Cooke.
Als veertienjarige stopte hij met school voor een carrière in de muziek en drie jaar later werd hij slaggitarist later basgitarist, van The Hawks, de begeleidingsgroep van zanger Ronnie Hawkins. Daar leerde hij drummer Levon Helm en gitarist Robbie Robertson kennen. Na hen voegden ook pianist Richard Manuel en organist Garth Hudson zich bij deze groep, die toen gold als een van de beste in Canada.
Crazy Mama
Toen Danko in 1963 ruzie kreeg met Hawkins, nam de groep het voor hem op. Zij namen ontslag, gingen zelfstandig verder als Levon and The Hawks en hadden veel succes in het clubcircuit. In 1965 vroeg Bob Dylan hen om met hem te gaan optreden. Ze begeleidden zijn overgang van folkrock naar de meer "heavy" rockmuziek en maakten met hem de grote tournee door de Verenigde Staten, Europa en Australië die legendarisch is geworden door de vijandige reacties van een deel van het publiek. Vervolgens woonde de groep, die zich nu The Band noemde, met Dylan in het huis Big Pink in West Saugerties, Woodstock, waar de Basement Tapes werden opgenomen. Danko droeg daaraan als co-auteur o.a. de song This Wheel's On Fire bij.
Love You To Much
Na Dylans vertrek voelde The Band zich vrij zijn eigen muziek te maken, wat resulteerde in een reeks invloedrijke albums, waarvan vooral Music from Big Pink (1968), The Band (1969), Stage Fright (1970) en Northern Lights - Southern Cross (1974) klassiekers zijn geworden. The Band gold nu als een van de belangrijkste groepen op het Noord-Amerikaanse continent. Rick Danko's aandeel bestond uit het bespelen van niet alleen de basgitaar, maar zo nodig ook allerlei andere instrumenten, zoals de viool, terwijl zijn karakteristieke stem de sfeer van veel nummers bepaalde. Vooral in meer emotionele songs, zoals Unfaithful Servant, Stage Fright, It Makes No Difference en Endless Highway, maakte zijn zang grote indruk. Als songwriter werd hij al spoedig overvleugeld door Robertson, al benadrukte Levon Helm later dat de songs van The Band eerder het resultaat waren van groepswerk dan van één man.
Just Your Fool (1987)
Rick Danko met Happy Traum op guitar, Andy Robinson op drums en Sredni Vollmer op harmonica.
Het succes eiste zijn tol. Aanvankelijk stond The Band bekend als een groep ingetogen, hardwerkende musici, maar naarmate hun populariteit groter werd, raakten ook zij verstrikt in drugs en drank. Naast Richard Manuel, die zich ontwikkelde tot alcoholist, was het vooral ook Rick Danko die verslaafd raakte aan verdovende middelen. Het beïnvloedde de sfeer in The Band en ook hun muziek, die tekenen van vermoeidheid begon te vertonen. Vooral Robbie Robertson kreeg genoeg van het leven on the road. Hij forceerde het eind van The Band, nadat er eerst nog in november 1976 een afscheidsconcert was gehouden in San Francisco dat bekend is geworden als The Last Waltz en verfilmd werd door Martin Scorsese. In die film is Danko te zien terwijl hij een fragment uit een van zijn solocomposities (Sip the Wine) uitprobeert. Gevraagd naar de toekomst zonder The Band, antwoordt hij dat hij "gewoon mooie muziek" wil maken.
In 1977 kwam zijn eerste solo-album Rick Danko uit, waaraan alle andere Band-leden hun bijdrage leverden, evenals Ronnie Wood, Blondie Chaplin and Eric Clapton. Het had weinig commercieel succes en de al opgenomen opvolger werd niet uitgebracht (delen ervan kwamen pas in 2005 postuum uit op Cryin' Heart Blues)
In de jaren tachtig en negentig maakte Danko deel uit van de opnieuw gevormde Band (zonder Robbie Robertson en de overleden Richard Manuel) die met de nieuwe leden Jim Weider, Randy Ciarlante en Richard Bell drie cd's maakte, maar hij werkte ook samen met o.a. Eric Andersen en Jonas Fjeld, Eric Clapton, Ringo Starr, Van Morrison en Sinéad O'Connor. Hij leverde bijdragen aan allerlei cd's van anderen en maakte zelf ook een aantal cd's, zoals Live on Breeze Hill (1999) en het postuum verschenen Times Like These.
De roem uit de gloriejaren van de oude Band was echter definitief voorbij en bovendien had Danko ernstige gezondheidspoblemen. Op een tournee door Japan in 1997 werd hij gearresteerd en later veroordeeld wegens drugsbezit. Hij had heroïne het land in gesmokkeld. Zijn ernstige verslaving aan heroïne en morfine was - volgens zijn verklaring voor de rechtbank - begonnen na een auto-ongeluk in 1968, toen hij pijnstillers nodig had. Daarnaast had hij astma en een slechte hartconditie. In zijn laatste jaren maakte hij een ongezonde en opgeblazen indruk, maar zijn enthousiasme bij het maken van muziek was er niet minder om. Op 10 december 1999 gaf zijn hart het definitief op en stierf Rick Danko in zijn slaap. Rick Danko R.I.P.
Rick Danko & Neil Young
woensdag 30 december 2020
dinsdag 29 december 2020
Freddy King - Ain't Nobody,s Bussines
Freddie King (September 3, 1934 – December 28, 1976) was an American blues guitarist and singer. He recorded several hits for Federal Records
in the early 1960s. His soulful and powerful voice and distinctive
guitar style inspired many musicians, particularly guitarists. He was
inducted into the Rock and Roll Hall of Fame in 2012.
"Ain't Nobody's Business" (originally "Tain't Nobody's Biz-ness if I Do") is a 1920s blues song that became one of the first blues standards. It was published in 1922 by Porter Grainger and Everett Robbins. The song features a lyrical theme of freedom of choice and a vaudeville jazz–style musical arrangement. It was first recorded, as "'Tain't Nobody's Biz-ness if I Do", in 1922 by Anna Meyers, backed by the Original Memphis Five.
Freddy King - Aint No Sunshine When You,re Gone (1972)
MADISON SQUARE GARDEN DECEMBER 23,1972
Hey,my name is Freddie King!
Abonneren op:
Posts (Atom)