The Band bestond uit de Canadezen Robbie Robertson (gitaar, piano), Richard Manuel (piano, harmonica, drums, saxofoon, keyboard, zang), Garth Hudson (keyboard, piano, clavinette, accordeon, synthesizer, saxofoon), Rick Danko (basgitaar, viool, trombone, zang) en de uit Arkansas afkomstige Levon Helm (drums, mandoline, gitaar, basgitaar, zang).
Don,t do it.
Het unieke van hun stijl, vooral in hun eerste albums, was naast hun verbluffende vaardigheid op allerlei instrumenten, hun aan de gospelmuziek ontleende manier van zingen, waarbij zij de melodielijnen aan elkaar overgaven. Samen met bands als The Byrds en The Flying Burrito Brothers zorgde The Band voor een kritisch en vernieuwend geluid en een commercieel succes dat later werd opgepakt en verder gepolijst door artiesten als The Eagles.
I Shall be Released
The Band formeerde zich voor het eerst onder de naam The Hawks, als begeleidingsband van de uit Toronto afkomstige rockabilly zanger Ronnie Hawkins. De groep maakte zich in 1964 los van Hawkins en trad op onder allerlei namen als The Levon Helm Sextet (het zesde lid was saxofonist Jerry Penfound), Levon and the Hawks en The Canadian Squires, maar had weinig succes totdat Bob Dylan hen verzocht mee werken aan een tumultueuze serie concerten in 1965 die Dylan's transitie van "folkie" naar "rocker" markeerden. Vanwege deze concerten is hij lange tijd door folkpuristen verguisd.
King Harvest / Long Black Veil
Hun eerste echte studio-album, Music From Big Pink (1968), genoemd naar het huis waarin ze in Woodstock leefden, werd enthousiast ontvangen. Het bevatte drie nummers van de hand van Dylan (This Wheels On Fire, Tears Of Rage en I Shall Be Released) en een klassieker van Robertson, The Weight, die later deel ging uitmaken van de soundtrack van de film Easy Rider. Het zou hun meest bekende nummer worden.
The Weight
Na het uitbrengen van hun tweede album volgde een tournee waarin ze voor het eerst zelf de hoofdact waren. De hieruit voortkomende spanningen, het meest gevoeld door Robertson die ze probeerde te bestrijden met hypnose, hadden grote invloed op hun volgende album waarvan de titel Stage Fright (1970) boekdelen spreekt.
Volgens sommigen was dit het laatste 'klassieke' werk van The Band en stelde al het volgende enigszins teleur. Van Cahoots (1971) was een aantal songs gewijd aan de toenemende ongerustheid voor de toekomst van de aarde, maar ondanks deze duidelijke milieuboodschap werd dit album minder goed ontvangen dan de vorige. De groep leek in een creatieve impasse te verkeren.
Up on Cripple Creek
Het jaar na jaar touren en platen opnemen ging de band niet in de kouwe kleren zitten.
De vermoeidheid had toegeslagen, vooral bij Robertson die het leven 'on the road' "a goddamn impossible way of life" noemde. Ook andere Bandleden bleken slecht opgewassen tegen de druk die hun status als megasterren met zich meebracht: Manuel raakte verslaafd aan alcohol en Danko aan drugs. Hun laatste studio-album Islands (1975) vertoont dan ook alle sporen van een werk dat uitsluitend vanwege contractuele verplichtingen tot stand is gekomen, al staat er ook een gedenkwaardig nummer op als The Saga of Pepote Rouge.
Bob Dylan & The Band Forever Young Baby Let me you Foll0w Down
In 1976 namen de bandleden afscheid in Winterland in San Francisco met een groots concert The Last Waltz op 24 november, de Amerikaanse nationale feestdag Thanksgiving. Hierbij werd The Band geholpen door een compleet orkest en een lange lijst van gasten onder wie Ronnie Hawkins, Bob Dylan, Muddy Waters, Neil Young, Joni Mitchell, Dr. John (Mac Rebennack), Van Morrison, Eric Clapton, Neil Diamond en de dichter Lawrence Ferlinghetti. Het concert werd op film opgenomen door Martin Scorsese en tezamen met interviews en enkele studioopnamen, waaraan ook The Staple Singers en Emmylou Harris deelnamen, uitgebracht als film The Last Waltz en een drie-dubbel album.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten