The Sam & Dave Show
Live In Offenbach 1967
Stadthalle, Offenbach, Germany
1967
Lee Dorsey(Get out my live,Woman)
Lee Dorsey was een a rock/soul uit de jaren zestig met verschillende top 10 hits en een interessant levensverhaal. Geboren in 1924 in New Orleans begon hij na zijn dienstijd bij de U.S.Navy een carriere als prijsboxer .Hij boxte in de halfzwaargewichtsklasse onder de naam "Kid Chocolate" en behaalde redelijke resultaten.Tijden een feestje ontmoette hij songwriter/producer Allen Toussaint en kreeg hij een contract bij zijn Fury label.Zijn eerste singel Ya Ya werd gelijk een hit in 1961.Tussen 1965 en 1969 had Lee 7 songs in de top 100.Zijn meest bekende was
Working In The Coal Mine in 1966
In 1970 werkten Dorsey en Toussaint nog samen aan een album met de naam Yes We Can(toen al?)Het titel nummer was Lee,s laatste hit en verdween hij langzaam in de vergetelheid.Lee Dorsey overleed in 1986 aan een ernstige longziekte
Sam & Dave (You don,t know(like i know)
Sam & Dave was een Amerikaans soulduo, bestaande uit Sam Moore en David Prater. Sam & Dave waren één van de eerste soulartiesten. Het duo had een reeks hits in de jaren zestig van de twintigste eeuw, waaronder "Soul Man" en "I Thank You".
Sam& Dave Soulman
Sam & Dave kregen de reputatie een van de beste live-acts van de late jaren zestig te zijn. Aan hun energieke, opzwepende optredens dankten ze de bijnaam "Double Dynamite", dubbel dynamiet. Buiten het podium konden Sam en Dave echter slecht met elkaar opschieten. Ze ruzieden en vochten regelmatig, en op een gegeven moment spraken de twee niet meer met elkaar.
In de jaren tachtig onthulde Sam Moore dat hij in de jaren zeventig aan drugsverslaving leed, en dat dit een belangrijke oorzaak is van de problemen tussen hem en Dave Prater. In 1987 werd Prater gearresteerd voor de handel in cocaïne. Een jaar later stierf hij in een auto-ongeluk.
In 1992 werden Sam & Dave opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame. Moore is nog steeds actief in de muziek en treedt af en toe op.
Arthur Conley (a whole lotta Woman/Sweet Soul Music)
Arthur Conley (4 januari 1946 – 17 november 2003) was een Amerikaans soul-zanger. Zijn grote hit was Sweet Soul Music die hij in 1967 schreef, samen met zijn grote voorbeeld en leermeester Otis Redding.
Conley werd geboren in McIntosh County (Georgia), en groeide op in Atlanta. Hij begon zijn carrière in 1959 als zanger van Arthur and the Corvets. Met deze groep bracht hij in 1963 en 1964 drie singles uit.
n 1964 verhuisde hij van platenlabel en bracht I'm a Lonely Stranger uit. Toen Otis Redding dit nummer hoorde, vroeg hij Conley om een nieuwe versie op te nemen bij Stax Studio's, die vervolgens werd uitgebracht op het pas opgestartte label van Otis Redding zelf, Jotis Records.
Conley ontmoette Redding pas eind 1966 in levenden lijve, maar deze ontmoeting zou zijn leven veranderen. Redding nam Conley onder zijn hoede en leerde hem de fijne kneepjes van de muziekbusiness. Toen Conley het nummer Yeah Man van Sam Cooke wilde opnemen, als ode aan Cooke, stelde Otis Redding voor om de tekst een beetje aan te passen. Dit was in die tijd de normaalste zaak van de wereld. Het herschrijven van Yeah Man resulteerde in Sweet Soul Music, dat een nummer-tweenotering op de Billboard-hitparade haalde. In Europa werd het zelfs een nummer 1 hit! Ook al hadden ze maar een paar woorden veranderd in de tekst, de credits gingen uit naar Otis en Arthur. Sam Cooke werd niet genoemd. Pas toen het een hit werd kwam het management van Sam Cooke in actie.
Omdat Sweet Soul Music zo'n hit was, werd Conley veel gevraagd om op te treden als solo artiest. Maar in plaats daarvan besloot hij om, gevraagd door Otis Redding, mee te gaan op tournee met de Stax/Volt Revue in Europa. Hier kreeg hij de kans om te spelen met mensen als, Carla Thomas, Eddie Floyd, Sam & Dave, Booker T. & The MG's en The Mar-Keys.
Er wordt gezegd dat Conley de dood van Redding in december 1967 nooit echt heeft verwerkt.
Hoewel hij eerst nog geruime tijd bleef opnemen en toeren, vestigde hij zich uiteindelijk in Europa. Eerst in Brussel, later in Amsterdam. Hier besloot hij om zijn rug te keren naar zijn muzikale verleden en zijn naam te veranderen in Lee Roberts. Maar eind jaren '70 lonkte toch weer de muziek en besloot hij weer te gaan zingen, met een band genaamd The Sweaters. Deze band viel al snel weer uit elkaar, maar Lee begon een nieuwe band, ook genaamd The Sweaters. Onder de naam Lee Roberts & The Sweaters begon hij weer op te treden in de Bijlmermeer. Hier woonden veel Surinamers, die hem herkenden als Arthur Conley en al snel zorgde mond-tot-mond reclame er voor dat de optredens drukbezocht waren. Dit resulteerde in 1980 in de opnames voor een gelimiteerde uitgave van een live-album. Lee Roberts & The Sweaters, Soulin'. Hierop stonden alleen hits van anderen en niet van hemzelf.
In 1981 verliet Conley Amsterdam, om zijn rust te vinden in het Gelderse dorp Ruurlo (Achterhoek). Daar hield hij zich bezig met het promoten van aankomende bands via zijn bedrijf 'Art-Con Productions'. Verder was hij actief als ontwerper van tapijten en meubilair.
Conley overleed op 57-jarige leeftijd in Ruurlo aan de gevolgen van kanker. Hij ligt begraven op de Algemene Begraafplaats Vorden in Gelderland.
vrijdag 9 oktober 2009
zondag 4 oktober 2009
Randy Newman - God,s Song
Iedere zondag komen ze langs(ik woon bijna naast de kerk)drie keer,de mannen in de zwarte pakken en sombere gezichten,de dames met hun fraaie hoedjes en hun lange jurken. De devotie straalt er vanaf,en dan komt regelmatig deze song van Randy Newman bij mij naar boven.
Ze zullen hier niets van begrijpen.....
Cain slew Abel, Seth knew not why
For if the children of Israel were to multiply
Why must any of the children die?
So he asked the Lord
And the Lord said:
Man means nothing, he means less to me
Than the lowliest cactus flower
Or the humblest Yucca tree
He chases round this desert
'Cause he thinks that's where I'll be
That's why I love mankind
I recoil in horror from the foulness of thee
From the squalor and the filth and the misery
How we laugh up here in heaven at the prayers you offer me
That's why I love mankind
The Christians and the Jews were having a jamboree
The Buddhists and the Hindus joined on satellite TV
They picked their four greatest priests
And they began to speak
They said, "Lord, a plague is on the world
Lord, no man is free
The temples that we built to you
Have tumbled into the sea
Lord, if you won't take care of us
Won't you please, please let us be?"
And the Lord said
And the Lord said
I burn down your cities-how blind you must be
I take from you your children and you say how blessed are we
You all must be crazy to put your faith in me
That's why I love mankind
You really need me
That's why I love mankind